Pro-natuur is niet anti-boer. Integendeel
Reinder Hoekstra groeide op als boerenzoon en zag met eigen ogen wat de intensivering van de landbouw deed met zowel mens als natuur. In plaats van in de voetsporen van zijn vader te treden, ging hij aan de slag bij de natuur- en milieubescherming. Als directeur van de Natuur- en Milieufederatie Drenthe zet hij zich in voor een voedselsysteem waar boer, burger en natuur de vruchten van plukken.
Vlak na de Tweede Wereldoorlog veranderde onder leiding van voormalig voorzitter van de Europese Commissie Sicco Mansholt het landbouwbeleid. Onder het motto ‘Nooit meer honger’ werd schaarste omgezet in overvloed. “Er moest voedsel komen. So far, so good”, stelt Reinder Hoekstra. Maar het systeem, dat gepaard ging met modernisering en voortdurende schaalvergroting, is volgens hem te ver doorgeslagen. “Wat je ziet is dat ‘de boer’ in Nederland eigenlijk een zeldzaam ras aan het worden is. We hebben wel een vermeend grote landbouw die gigantisch veel productie levert, maar als je puur kijkt naar de mensen erachter, dan blijven er maar heel weinig over die nog echt het vak ‘boer’ uitoefenen. Het is een grote industrie geworden.”
Youtube inhoud kan niet getoond worden met je huidige cookie-instellingen. Selecteer "Toestemmen & tonen" om de inhoud te zien en de Youtube cookie-instellingen te accepteren. Meer info kun je lezen in onze [Privacyverklaring](/privacyverklaring/. Je kunt je altijd weer afmelden via je [cookie-instellingen] /cookie-instellingen/.
“Het hoeft echt allemaal niet op kleine schaal of ‘romantisch’, maar terugkeren naar de basisprincipes, dat is iets waar ik voor wil gaan”
Ook de vader van Reinder stond net als veel andere boeren voor de keuze om mee te gaan in de intensivering. Hij besloot dit niet te doen, wat voor de familie Hoekstra het einde betekende van hun melkveebedrijf. Ondanks dat er tegenwoordig niemand meer boert in zijn familie, neemt Reinder de lessen van toen mee. “Het buitenleven, de verbinding met het land en met de weidevogels, maar ook de spanning tussen verschillende belangen. Die was er destijds ook al: toen ik een klein jochie was, werd er bijvoorbeeld een snelweg aangelegd dwars door het boerenland waar ik ben opgegroeid.”
Weten waar ons voedsel vandaan komt
De verbinding met het land die Reinder als kind meekreeg moeten we volgens hem weer herstellen. “Sommige kinderen denken dat melk uit de fabriek komt. Die staan met verwondering te kijken naar een koe. Daarom vind ik het zo mooi dat er steeds meer mensen zijn die zich bijvoorbeeld met stadslandbouw bezighouden. Zij zoeken die verbinding weer op en willen weten waar hun voedsel vandaan komt. Het hoeft echt allemaal niet op kleine schaal of ‘romantisch’, maar terugkeren naar de basisprincipes, dat is iets waar ik voor wil gaan.”
“Wij zijn vijftig jaar geleden begonnen met milieubeleid. Daar zijn goede stappen gemaakt, maar we hebben niet nog vijftig jaar om de andere helft te ‘scoren’”
Met de Natuur- en Milieufederatie Drenthe probeert Reinder op allerlei manieren bij te dragen aan dit nieuwe voedsel- en landbouwsysteem. Bijvoorbeeld door het Groenboerenplan te steunen dat door 2.500 boeren werd gepresenteerd als reactie op het stikstofbesluit. Daarmee laat hij zien dat pro-natuur niet betekent dat je anti-boer bent. “Toen ik milieukunde ging studeren, werd dat geaccepteerd in mijn omgeving, maar ze vonden het ook wel een beetje raar. Want de milieu-rakkers, die waren er niet voor de boeren en andersom.” Dat dit allang niet meer zo is, bewijst Reinder met initiatieven als de GoodFoodClub, waar de Natuur- en Milieufederatie boeren en burgers samenbrengt en een bijdrage levert aan nieuwe verdienmodellen voor duurzame boeren.
Vijftig jaar milieubeleid
Ondanks de vele goede voorbeelden die laten zien dat het anders kan, is er volgens Reinder meer nodig en moet er vaart gezet worden achter de transitie naar een echt duurzame samenleving. “Het klopt niet wat we doen. In Nederland hebben we een te grote voetafdruk. Dat is een roofbouw-systeem en dat is asociaal. Je kunt niet intensief boeren op zo'n klein oppervlak, de halve wereld benutten voor je eigen grondstoffen en vervolgens denken dat het goed gaat.” Reinder maakt zich ook zorgen over toekomstige generaties. “Wij zijn vijftig jaar geleden begonnen met milieubeleid. Daar zijn goede stappen gemaakt, maar we hebben niet nog vijftig jaar om de andere helft te ‘scoren’. Het is echt een kwestie van binnen tien jaar radicale keuzes durven maken. Alleen dan kunnen we voorkomen dat de generaties die nu opgroeien de consequenties van onze beslissingen in hun mik geduwd krijgen.”
Voor die radicale verandering is strijdbaarheid nodig, weet Reinder. Maar ook verbinding. “Je wordt toch een beetje gezien als iemand die ‘van buitenaf’ de boel wil veranderen. De kunst is om samen met de koplopers bewegingen te maken. Soms kun je het ook te groot maken. Begin maar gewoon op een plek, en zoek van daaruit meer samenwerking op. Zo maken we de massa samen steeds groter.”
Benieuwd naar meer verhalen van circulaire koplopers in Noord-Nederland? Bekijk de gehele documentaire ‘Ode aan het Ongemak - de kracht van het begin’ >>>
Dit verhaal heeft MaatschapWij geschreven in opdracht van het Noordelijk Innovatielab Circulaire Economie (NICE)